Reuzenbalsemien
Plant van de maand augustus 2025
Deze plant van de maand is altijd vrij fors, maar laatst kwamen we er eentje tegen die zijn naam wel echt eer aandeed. Als we de zaden van die 3 meter hoge reus zouden willen verzamelen, moeten we echt een ladder meenemen (zie de middelste foto hieronder). De reuzenbalsemien of springbalsemien (Impatiens glandulifera) komt oorspronkelijk uit Azië en is hier ruim 100 jaar geleden ingevoerd. De plant staat nu bekend als invasieve exoot, omdat deze hele stukken natuur, vooral in het rivierengebied, kan overwoekeren. Je snapt al wat onze remedie is om de balans in de natuur te helpen herstellen: opeten die exoten!
Herkennen
Reuzenbalsemienen zijn zoals duidelijk mag zijn flink grote planten. Meestal tot 2 meter hoog, met af en toe een uitschieter naar boven. Ze zijn eenjarig, dus de groeikracht van deze plant is echt bewonderenswaardig: hoe er in een paar maanden uit een zaadje zo’n enorme plant kan groeien. De planten bloeien met grote, hangende roze, rode of paarse bloemen. Er kan best veel variatie in kleur zitten, van bijna wit tot donker rood/paars en alles daar tussenin. Na de bloei ontstaan doosvruchten, die bij aanraking met forse kracht openspringen en zo de zaden ver weg slingeren, tot wel 7 meter ver. De plant heeft stevige holle stengels met knopen. Bij elke knoop groeien 3 langwerpige getande bladeren. Er zijn nog meer soorten uit deze balsemienfamilie in Nederland te vinden, namelijk Groot springzaad, Klein springzaad en Oranje springzaad, die zijn op dezelfde manier bruikbaar als de reuzenbalsemien.
De reuzenbalsemien groeit graag op vochtige, voedselrijke grond en komt veel voor in het rivierengebied en in stedelijke omgevingen.
Oogsten
Het enige eetbare deel van de plant zijn de zaden. Deze hebben een smaak die ons doet denken aan hazelnoten. De rest van de plant is niet lekker en bevat o.a. saponinen (zeepstoffen). Je kan er dus wel je handen mee wassen.
Het oogsten van de zaden is wonderlijk en spannend. Sommige van jullie herinneren je wellicht de ervaring uit je kindertijd, als de zaaddoos in je hand openkrult, bijna een gevoel van elektriciteit. De zaaddozen springen vaak bij de geringste aanraking al open, maar soms moet je even knijpen. Je moet dus je hand erom heen houden, zodat de zaadjes in je hand springen. Toch kan je in vrij korte tijd een flinke handvol zaden verzamelen. De zaden variëren van bijna wit tot donkerbruin, ook uit 1 zaaddoos. Je kunt ze rauw eten, drogen of roosteren. De zaden van de andere balsemiensoorten zijn dus ook eetbaar, maar veel kleiner.



Gebruik
Wij gebruiken de zaden vaak los, dan strooien we ze over salades of het ontbijt. Door ze kort te roosteren komt de nootachtige smaak nog beter naar voren.
Vorig jaar maakten we ook een heerlijke chocopasta van deze zaden.
Ingrediënten: 100 g zaden van de reuzenbalsemien, 2 eetlepels cacaopoeder, 3 eetlepels ahornsiroop, 1 eetlepel kokosvet, snufje grof zeezout.
Rooster het zaad kort. Wrijf het daarna fijn in de vijzel. Meng het met de overige ingrediënten. Het grof zeezout hoeft niet, maar omdat het niet oplost, kan het een lekkere sensatie geven. Als je de pasta te stevig vindt, kun je deze naar wens verdunnen met wat water of zonnebloemolie.
Vang ze! En eet smakelijk,
Koert en Aukje