Rozenbottel

Plant van de maand september/oktober 2024

Toen ik mijn buurvrouw een potje rozenbotteljam gaf, zei ze: ‘Jeetje wat een werk!’. En daar had ze geen ongelijk in. Deze maand een stukje over de rozenbottel. Al plukkend en verwerkend kwamen we erachter dat we er zelf ook nog een hoop van konden leren. Er zit zoveel waardevols in rozenbottels, maar hoe je dat optimaal kunt benutten is een mooie zoektocht. Hieronder wat van onze eerste bevindingen.

Er zijn verschillende rozenstruiken waar rozenbottels aan groeien. De twee meest voorkomende soorten zijn Hondsroos en Rimpelroos. Hondsroos komt op allerlei plekken in het wild voor: duinen, uiterwaarden, ruigtes en hagen. De bottels van de hondsroos zijn vrij klein en duidelijk langwerpig (rechts op de eerste foto). Rimpelroos (oftewel Japanse bottelroos) is een uitheemse soort die veel is aangeplant in plantsoenen. Deze bottels zijn groter, sappiger en dikker dan die van de hondsroos (links op de eerste foto). Er zijn nog veel meer soorten rozenstruiken met bottels die vreselijk veel op elkaar lijken en weinig of zelden voorkomen. Het goede nieuws is: alle soorten rozenbottels zijn eetbaar! En wat ook fijn is: het plukseizoen duurt lekker lang. De eerste bottels zijn er vanaf het begin van de zomer al. In de winter zijn met name bottels van de hondsroos nog steeds te vinden. In  december of januari, juist als je die extra vitamine C wel kunt gebruiken, kun je zo een ondertussen zachte hondsroosbottel plukken. Als je er in knijpt komt uit de achterkant -daar waar die aan het steeltje zat- een mooie friszuur-zoete pasta, kant-en-klaar voor gebruik. Wintersnoepjes waar ook de meeste kinderen dol op zijn.

Rozenbottels zijn vooral zeer rijk aan vitamine C. Om die reden worden ze al duizenden jaren gebruikt door onze voorouders om de winter gezond door te komen. Ze kunnen vers gegeten worden, gedroogd, of verwerkt tot jam, saus, siroop enz. In rozenbottels zitten nogal veel pitjes. Die pitjes zijn ook eetbaar en heel lekker, maar worden omgeven door haartjes die kunnen jeuken.

Het verwerken van rozenbottels

We zijn zelf aan de slag gegaan met verschillende manieren om rozenbottels te verwerken. In de meeste recepten die we tegenkwamen worden voor het koken de pitjes van het vruchtvlees gescheiden. Daarin merkten we dat het belangrijk is om niet al te rijpe bottels te plukken omdat het handmatig scheiden dan haast niet mogelijk is.  Snij de kroontjes eraf, snij dan de rozenbottel door en schraap de pitjes eruit (met een mesje of mini lepeltje). Sommige mensen doen dit onder stromend water omdat het dan minder zou blijven plakken, wij vonden dat niet veel voordeel opleveren. Met het doorsnijden van de bottels zie je ook gelijk of ze nog goed zijn. Dit is best een werkje, maar de moeite omdat je dan ook de pitten kunt verwerken, en niet alleen het vruchtvlees.

Indien je alleen het vruchtvlees wilt verwerken, hebben we een snellere methode ontdekt. Verwijder weer de kroontjes en halveer de rozenbottels. Kook ze kort met behoorlijk wat water. Zet dan de staafmixer in de pan. Een deel van de pitjes komt dan bovendrijven, die kan je er zo afscheppen. Daarna giet je het door de passeerzeef (passe-vite/roerzeef). Omdat de massa redelijk dun is, gaat dit heel snel. Vervolgens kan je het inkoken tot de gewenste dikte. We weten nog niet of je de pitjes die kort gekookt zijn ook nog kunt gebruiken. We experimenteren lustig verder!

Recepten

Rozenbotteljam

Ingrediënten: 1 kilo rozenbottels, 500g appel, verveine, citroenmelisse, (biologische) sinaasappel, gember, geleisuiker, snufje zout.

Dit recept is een eigen probeersel, wat ons niet tegenviel. De schoongemaakte rozenbottels gaan samen met de appel en een klein bodempje water de pan in. De verveine, citroenmelisse en fijngesneden gemberwortel doe je in een groot thee ei erbij. Nadat het kort gekookt heeft, laat je het een nacht staan zodat de kruidensmaken goed in kunnen trekken. De volgende dag verwijder je het thee ei. Breng de jam weer aan de kook en voeg dan het sap en de rasp van de sinaasappel toe. Maak het fijn met de staafmixer, hierdoor wordt het steviger en heb je minder suiker nodig. Wij hebben nog ongeveer 100 g geleisuiker toegevoegd, dit kook je nog even mee. Giet in brandschone potjes en genieten maar!

Rozenbottel-meidoorn pastasaus

Voor de pastasaus maak je een dunne saus zoals hierboven beschreven, maar dan met een ongeveer gelijke hoeveelheid meidoornbessen als rozenbottels, experimenteer hier gerust mee. Na het zeven door de passeerzeef, fruit je eerst allerlei groenten (wij gebruikten ui, knoflook, bleekselderij, venkel en paprika, maar gebruik wat je hebt liggen). Bij die groenten giet je de dunne saus en daarin doe je een lekkere bos met allerlei groene kruiden zoals salie, rozemarijn, tijm of juist hondsdraf, boerenwormkruid. Voel je vrij om te experimenteren, maar wees vooral niet zuinig met de hoeveelheid groene kruiden. Je bindt ze met wat touw in een bosje zodat je het er later weer uit kunt halen. En dan volgt een van de belangrijkste ingrediënten: tijd! Hoe langer de saus pruttelt - en hij moet toch nog flink indikken - hoe lekkerder hij wordt. Een uur is echt het minimum, wij hebben het drie uur laten pruttelen op laag vuur. Check en roer regelmatig om aankoeken op de bodem te voorkomen. Voeg gerust water of rode wijn toe als je denkt dat ie te dik wordt. Als je denkt: "Dit is mijn saus!", dan haal je het bosje kruiden eruit en giet je het in brandschone potjes, laat je het afkoelen, en ben je klaar voor de winter.

 

Rozenbottelpitten

Wij hebben de pitjes gedroogd en vermalen tot meel (rechterbakje op middelste foto). In de pitjes zit naast vet ook vanilline, waardoor het meel heerlijk naar vanille ruikt. Het is dus vooral geschikt om toe te voegen aan zoete baksels. Wij bakten een appelcake, waarbij we een deel van het 'gewone' meel door ons rozenbottelpittenmeel vervingen (zie de laatste foto). Je kan de hele pitjes ook roosteren en gebruiken als koffie surrogaat.

Veel pluk- en eetplezier (en een beetje geduld ;-) gewenst,

Koert en Aukje

 

Bron: Wildplukcompendium - Marion de Kort