Paardenbloem

Plant van de maand april 2024

Paardenbloem (Taraxacum officinale)
Een bloem die iedereen waarschijnlijk wel eens geplukt heeft, om een krans van te vlechten of de pluisjes weg te blazen. Misschien kon je als kind de neiging om aan het witte sap van de steel te likken niet weerstaan, bitter!!! De verhalen over dat de witte stof giftig is klopt absoluut niet. Want dat is nu precies wat de paardenbloem zo gezond maakt, de bitterstoffen die erin zitten.

Herkennen
De paardenbloem heeft in het veld een paar ‘dubbelgangers’ met vergelijkbare gele lintbloemen zoals muizenoor, havikskruid, leeuwentand en biggenkruid, die minder vaak als eetbare plant worden gebruikt. Dus hoe herken je nu specifiek de paardenbloem? Een paardenbloem heeft geen enkele beharing op steel, blad of bloem, de bladeren staan in een rozet dicht tegen de grond, de stengel van de paardenbloem is hol en onvertakt en heeft bovenaan de steel altijd maar één bloem. Als aan deze kenmerken is voldaan is het onmiskenbaar een paardenbloem.

Oogsten
Alle delen van de plant zijn eetbaar, wat niet wil zeggen dat ze om zo te proeven per sé lekker zijn. De bladeren zijn rijk aan bitterstoffen, vitamine C, kalium, calcium en beta-carroteen. In de bloemen zitten looistoffen. De wortels zijn rijk aan bitterstoffen, flavonoïden en inuline (goed voor je darm-microbioom). De groene delen en de wortel kunnen medicinaal gebruikt worden om de lever en de spijsvertering te ondersteunen.

Van de verschillende delen van de plant kun je van alles maken. Van koffie van geroosterde wortels tot armeluishoning van de bloemen. Jonge, malse bladeren kunnen door de sla, soep, geroerbakt als spinazie, fijngehakt in eiergerechten of kruidenkaas. Paardenbloemenbier, paardenbloemenwijn, en ga zo maar door. Te veel om allemaal te beschrijven hier, maar laten we er vier uitlichten.

Molsla
De bladeren smaken erg bitter! Dat kan even wennen zijn, we leven in een tijd waarin de bittere smaak van groenten er is uitgekweekt. Maar bitter is juist gezond, het stimuleert de spijsvertering. Nou moeten we toegeven dat paardenbloemblad wel érg bitter kan smaken. Er zijn van oudsher trucjes bekend om het minder bitter te maken. De bekendste is 'molsla'. Als je paardenbloemblad opgraaft dat onder een molshoop terecht is gekomen en het is daaronder doorgegroeid in de afwezigheid van licht, dan zijn de paardenbloembladeren niet alleen heel licht van kleur -soms bijna wit- maar ook veel malser en zachter van smaak. Dit effect kun je ook prima zelf teweegbrengen door van een paardenbloem de bestaande bladeren af te snijden en er vervolgens een emmer of grote bloempot over heen te zetten.

Kappertjes
Pluk de knoppen van de bloemen, voordat ze gaan bloeien. Doe ze in een glazen potje. Kook in een pannetje azijn met wat zout en eventueel kruiden, giet het kokende mengsel over de knoppen in het potje. Als het afgekoeld is, zet je het in de koelkast. Na een paar weken zijn de kappertjes lekker om te eten. Zie de laatste foto. Goed om te weten: de bloemen zijn erg belangrijk voor bijen. Pluk dus nooit teveel knoppen, maar zorg dat er genoeg overblijven om te bloeien.

Wortels
De wortels zijn de reservevoorraad van de plant om de winter door te komen. In de herfst zijn ze het meest gevuld met zetmeel/suikers en dus het lekkerst om te eten. Je boent ze schoon, schillen is niet nodig. Koken, roerbakken of zelfs rauw eten. Aan het eind van de winter smaakt de wortel veel bitterder, dan kan je er tinctuur van maken (ook op de laatste foto). Die gebruik je om de lever te ondersteunen.

Paardenbloembier
Dandelion stout was één van de meest geliefde kruidenbieren op het Engelse platteland in de 19e eeuw. Wij volgden een recept van Roger Philips. Je graaft jonge paardenbloemplantjes op, liefst nog niet in bloei. Je gebruikt wortel en blad. Was 225g jonge paardenbloemplantjes en verwijder de dunne haarwortels, snij in grove stukken. Kook ze 10 minuten in een grote pan met 4,5 liter water, 12g gesneden gemberwortel en de geraspte schil van 1 citroen. Zie de eerste foto. Doe 450 g (basterd) suiker met 25 g wijnsteenzuur in een emmer. Giet de gekookte massa door een zeef in de emmer. Roer tot alle suiker is opgelost. Voeg 25g gist en het sap van de citroen toe als het lauwwarm is, dek af met een schone theedoek en laat ongeveer 5 dagen staan op een warme plek. Daarna door een kaasdoek zeven en bottelen, na een week is het klaar.

Veel pluk- en graafplezier, en eet (en drink!) smakelijk,

Koert en Aukje

 

Bron: Puur natuur op tafel, Roger Philips