Onze voorouders hadden 300 planten in hun dieet. Dat zijn er veel te veel om in een keer te leren. Daarom krijg je hier elke maand planten die op dit moment buiten te vinden zijn. Deze planten kan je door je eten gaan gebruiken. Dat is gezond, lekker, en goedkoop. Daarnaast leer je je omgeving heel goed kennen. Kijk snel voor de recepten, tips en beschrijving van de plant van deze maand!
Dit vond ik wel zo'n leuke ontdekking, dat kroos eetbaar is! En zoals dat gaat (bij mij in ieder geval): ik ben daardoor veel beter naar kroos gaan kijken. Heb ontdekt dat er in de vijver bij mijn huis 2 soorten door elkaar groeien, dat was me anders denk ik nooit opgevallen. Het is een interessante eetbare plant. Je kan er gemakkelijk veel van verzamelen, en het bevat tot 40% eiwitten. Er lopen allerlei onderzoeken om kroos te kweken als voedsel voor mens en dier.
Herkennen
Er zijn verschillende soorten kroos. Het goede nieuws is, dat alle in Nederland voorkomende soorten eetbaar zijn. Het zijn kleine felgroene drijvende plantjes, de kleinste bloeiende planten die er zijn. De meeste soorten hebben 1 of meer piepkleine worteltjes eronder hangen. Ze groeien liefst in stilstaand water. Veel voorkomende soorten zijn Klein Kroos (Lemna minor): kleine platte ovale blaadjes, vaak 3 bij elkaar met 1 worteltje per blad. En Wortelloos kroos (Wolffia arrhiza): piepkleine groene bolletjes, zonder wortel.
Oogsten
Ik oogst het met een zeef of schuimspaan of iets dergelijks. Je schept het gewoon van het water af. De vraag is natuurlijk: waar?? Kroos groeit in stilstaand water, wat niet altijd even fris is. Het belangrijkste is natuurlijk, dat er geen gifstoffen (bv bestrijdingsmiddelen of zware metalen) inzitten. Ik kies dus plekken uit waar niet gespoten wordt, bijvoorbeeld in woonwijken. Theoretisch zou je kroos rauw kunnen eten, maar dat gaat om in schoon water gekweekt kroos. Omdat ik het altijd uit een vijver haal, eet ik het nooit rauw. Ik kook het, of stoom het in een stoommandje. Laat je neus je de weg wijzen. Als de vijver enorm naar 'slootwater' ruikt, ruikt het kroos ook zo, ook na wassen en stomen (ja, ik spreek uit ervaring ;-). Tot nu toe is mijn bevinding, dat een vijver/sloot waar deels kroos in zit, meestal frisser ruikt dan als het water volledig bedekt is met kroos.
Bereiden en eten
Na het oogsten was ik het eerst thuis. Ik doe steeds een flinke hand kroos in een bak water. Dan pluk ik met de hand alle drijvende frustsels (takjes, slakjes etc) eruit, eventueel zand zinkt naar de bodem. Dan schep ik het gewassen kroos eruit (met een zeefje of met m'n handen). Vervolgens kook ik het, of ik stoom ik het in een stoommandje, zodat alle bacteriën stuk gaan.
De gestoomde kroos doe ik door soep en in smoothies. Wat hilarisch is: zelfs gekookt drijft het nog, je krijgt dus een prachtig kommetje soep met drijvend kroos erop. Op een smootie drijft het niet trouwens, dan is het gepureerd. Hoe ik kroos het meeste gebruik, is gedroogd. Na het stomen droog ik het op een bakplaat (op 50 graden in de oven met de deur op een kier). Het gedroogde kroos voeg ik toe aan crackers en broden.
Kroos is rijk aan eiwitten. De plantjes worden ook wel waterlinzen genoemd! Eerlijk is eerlijk, ik eet het niet voor de smaak ;-). Het smaakt niet echt ergens naar, soort sla. Maar is dus wel echt een voedzame aanvulling op je maaltijd.
Veel pluk- en eetplazier,
Aukje
De geur van echte kamille is onmiskenbaar. En straks, in de winter, als we verkouden zijn of gestresst, kan een kopje kamillethee zo fijn zijn. Daarom deze maand dit zonnige plantje in de spotlight.
Er zijn best veel soorten kamille. De best bruikbare soorten zijn Echte Kamille (Matricaria recutita) en Schijfkamille (Matricaria discoidea). Beide planten groeien graag op kale plekken, opengewerkte grond en dergelijke. Dat maakt het extra leuk, want ze staan dus meestal niet jarenlang op dezelfde plek. Elk jaar weer op zoek dus :-). Schijfkamille is een tredplant (een plant waarop gelopen kan worden) en vind je dus vaak midden op het pad.
Echte kamille heeft heel diep ingesneden blad, en bloemhoofdjes met een bol geel hartje. De witte lintbloemen eromheen hangen vaak naar beneden aan het eind van de bloei. De geur is ook een belangrijk determinatie kenmerk! Je zou echte kamille kunnen verwarren met reukloze kamille (Tripleurospermum maritimum) en valse kamille (Anthemis arvensis). Reukloze kamille is veel groter, zowel de plant is groter en veel sterker bebladerd, en ook de bloemen zijn groter. Bij reukloze kamille gaan de lintbloemen minder naar beneden hangen. En je raadt het al: die ruikt dus ook niet naar kamille. Bij valse kamille is het blad minder diep ingesneden, en behaard aan de onderkant. En die ruikt ook niet naar kamille! Een laatste kenmerk om zeker te weten dat je de Echte kamille te pakken hebt, is: als je het bloemhoofdje doorsnijdt, zie je een holle ruimte. Bij andere kamillesoorten is dat gevuld.
Dan heb je nog een gele kamille (bloemen helemaal geel), Roomse kamille (een tuinplant) en stinkende kamille (de naam zegt het al). Op de eerste foto's hieronder zie je Echte kamille en Reukloze kamille door elkaar staan. Je kan duidelijk zien dat reukloze kamille veel groter is. Daaronder zie je schijfkamille en gele kamille
Oogsten
Van zowel echte kamille als schijfkamille gebruik je alleen de bloemhoofdjes. Je kunt ze heel goed drogen voor thee.
Medicinale werking
Echte kamille heeft sterke medicinale eigenschappen. Het is een verzachtend kruid, ook goed te gebruiken voor kinderen. De werking is tegelijkertijd behoorlijk krachtig, niet te lang achter elkaar gebruiken dus. Inwendig (als thee of tinctuur) hebben de bloemen een ontstekingsremmende, kalmerende, pijnstillende en ontkrampende werking. Gebruik het dus bijvoorbeeld bij ontstekingen (in bv maag, darm, holtes, blaas, tanden), stress en slapeloosheid, menstruatiekramp. Je kan ook olie of zalf maken van de bloemen, deze gebruik je bij slecht helende wonden, eczeem en schimmelinfecties.
Recepten
Naast kamillethee kan je er nog veel meer van maken.
Bijvoorbeeld kamille siroop:
Kamille Siroop (recept van Harmony Center)
Wat heb je nodig:
500 ml water
25 gram gedroogde kamille bloempjes of 30 gram verse bloempjes
150 suiker of honing
Sap van twee citroenen
1 á 2 lege en schone flessen (samen +/- 650 ml)
Aan de slag met suiker:
Vul een pan met 500 ml water en roer de bloempjes erdoor.
Verwarm het mengsel tot net onder het kookpunt.
Neem de pan van het vuur en laat het tenminste 2 uur trekken.
Giet het mengsel door een zeef en laat goed uitlekken.
Giet het terug in de pan en voeg de citroensap en suiker toe.
Breng de siroop aan de kook en laat deze nog +/- 10 minuten inkoken.
Giet de siroop kokend heet in de fles(sen) en sluit direct af.
Laat de fles(sen) afkoelen en bewaar deze in de koelkast.
Aan de slag met honing:
Vul een pan met 500 ml water en roer de bloempjes erdoor.
Verwarm het mengsel tot net onder het kookpunt.
Neem de pan van het vuur en laat het tenminste 2 uur trekken.
Giet het mengsel door een zeef en laat goed uitlekken.
Giet het terug in de pan en voeg de citroensap toe.
Breng de siroop aan de kook en laat deze nog +/- 10 minuten inkoken.
Laat de siroop afkoelen tot onder de 40 graden (handwarm).
Roer nu de honing erdoor.
Vul de fles(sen), sluit goed af en zet (zodra afgekoeld) in de koelkast.
LET OP! Bereiding met honing heeft zeker zijn gezondheidsvoordelen t.o.v. suiker. De houdbaarheid neemt echter wel vaak af omdat de siroop niet kokendheet de fles in is gegaan. Ik raad je dan ook aan om siroop gemaakt met honing niet langer dan 1 maand te bewaren.
En ik vond ook een leuk recept voor azijn met schijfkamille bloemen, zie link hieronder bij de bronnen. Staat nu te trekken (zie rechterflesje op de foto hieronder), ben benieuwd!
Veel pluk- en eetplezier!
Aukje
Bronnen
https://practicalselfreliance.com/pineapple-weed-infused-vinegar/
https://harmonycenter.nl/kamille-siroop/
Lievevrouwebedstro
Zoals jullie intussen doorhebben ben ik dol op al wat groeit en bloeit, en natuurlijk heb ik ook mijn favorieten. Deze maand alles over lievevrouwebedstro, een van mijn liefste lievelingsplanten. Ik word er zo blij van als in april de stengels weer bovenkomen, en in mei de kleine witte bloempjes gaan bloeien. Lievevrouwebedstro (Asperula odorata) is een lid van de sterbladigenfamilie, net als kleefkruid en walstro. Het blad lijkt daar dan ook op: kransjes van bladeren rond de steel. Maar wat lievevrouwebedstro heeft, wat de anderen uit deze familie niet hebben, is een heerlijke geurstof: cumarine. Deze geurstof ruikt naar drogend gras, een zoetige geur.
Veel van jullie hebben wel eens gehoord van sweetgrass (de Nederlandse naam is veenreukgras), bijvoorbeeld in het boek Braiding sweetgrass/Een vlecht van heilig gras van Robin Wall Kimmerer. Deze plant wordt ook gebruikt om zijn heerlijke, heilige geur, dat is dus dezelfde geurstof die in lievevrouwebedstro zit.
Lievevrouwebedstro houdt van schaduw. Je vindt haar op schaduwrijke plekken in loofbossen, maar is niet erg algemeen in Nederland in het wild. De plant vermeerdert zich via ondergrondse uitlopers, dus als je haar vindt, staat er meestal gelijk een heel veld. Gelukkig komt deze soort ook veel voor in tuinen, is een hele fijne bodembedekker voor schaduwrijke hoekjes. Pluk haar dus liever niet (of met mate) in het wild, maar zorg dat je deze schat in je tuin krijgt! Stekken/scheuren gaat heel makkelijk.
Zoals de naam al doet vermoeden, wordt en werd lievevrouwebedstro veel gebruikt als reukkruid/strooikruid: op de vloer, in de strozakken die als matras werden gebruikt, als bosjes in de kamer en in geurzakjes. Ik heb zelf altijd een geurzakje met lievevrouwebedstro in mijn bed liggen, die van vorig jaar ruikt nog steeds lekker!
Je kan de plant ook gebruiken om eten en drinken mee te aromatiseren. Daarbij zijn 2 dingen belangrijk. Ten eerste komt de geur pas vrij bij drogen, of in ieder geval verleppen. Je gebruikt lievevrouwebedstro dus nooit vers, maar laat het minstens een paar uur/een dag liggen. Dan begint het te ruiken. Helemaal drogen kan dus ook.
Ten tweede heeft cumarine allerlei effecten in je lichaam. Het heeft invloed op de stolling van je bloed, er worden minder stollingsfactoren aangemaakt. Dat kan leiden tot hoofdpijn, en bij grote hoeveelheden tot leverschade en nierschade. Niet gebruiken als je bloedverdunners slikt, en voor iedereen geldt: met mate eten/drinken.
Het meest gebruikte recept met lievevrouwebedstro is meidrank.
Je kan het maken met appelsap, wijn of brandewijn. In alle gevallen laat je een handje lievevrouwebedstro planten (5-8 stengels ongeveer) eerst verleppen. Daarna stop je dit in een fles sap/wijn etc. Dit laat je een dagje trekken (bij brandewijn/likeur langer, een week of zo). Daarna zeef je de planten er weer uit en kan je je meidrankje drinken.
Verder kan je gedroogd blad/bloem gebruiken in thee en om gebak en ijs mee te aromatiseren, in plaats van bijvoorbeeld vanille. Hiervoor kan je het tot poeder gemalen gedroogde kruid aan je baksels toevoegen. Of je laat het water of de melk die je nodig hebt voor je recept eerst een nacht trekken met lievevrouwebedstro. Ik maakte plantaardige shortbread koekjes met fijngemaakt gedroogd lievevrouwebedstro erdoor, lekker!
Veel pluk- en ruikplezier!
Aukje
Bron: Kruidenstrip Hanneke Woerdeman & Willem Overmars
Veldzuring
Een heerlijke frisse saladeplant deze maand: van alles over Veldzuring (Rumex acetosa). Zoals de naam al doet vermoeden smaakt deze plant lekker zuur. Er zijn veel soorten zuring in Nederland. Ik vind veldzuring de lekkerste!
Veldzuring heeft er meestal al vroeg in het jaar zin in. Vanaf februari kan je vaak al haar eerste blaadjes vinden. Je herkent haar aan de langwerpige bladeren, met 2 puntjes die naar beneden wijzen. Ze groeit tussen het gras, vaak op een beetje vochtige plekken, bijvoorbeeld in de buurt van een sloot. Als ze gaat bloeien krijgt ze lange bloeipluimen met roodachtige vruchtjes/zaadjes. Je ziet dan vaak al van verre een rode waas over een grasland liggen, prachtig om te zien. Andere zuringsoorten zijn: schapezuring (R. acetosella), ook lekker en kan op dezelfde manier gebruikt worden. Is veel kleiner, en groeit meer op zanderige, voedselarme grond. Er is ook een prachtige zuringsoort met rode nerven: bloedzuring (R. sanguineus). Deze wordt ook gekweekt in moestuinen. Deze is groter en smaakt ook bitterder, minder lekker rauw, beter alleen gekookt gebruiken. De grote zuringsoorten ridderzuring (R. obtusifolius) en krulzuring (R. crispus), die je veel in ruige graslanden ziet staan, vind ik te bitter. Je kan ze wel goed gebruiken om fijn te wrijven op je huid als je in de brandnetels bent gevallen. De brandnetel bultjes verdwijnen dan als sneeuw voor de zon!
Alle zuringsoorten bevatten oxaalzuur, net als rabarber. Dat betekent, dat je het niet wekenlang achter elkaar dagelijks moet eten. Oxaalzuur bindt zich aan calcium in je lichaam, je kan dus een calcium tekort krijgen. Daarom wordt vaak calciumhoudende zuivel aan gerechten met zuring toegevoegd, dan bindt het oxaalzuur zich aan die calcium.
Naast oxaalzuur bevat veldzuring ook veel vitamine C, ijzer, flavonoïden en looistoffen. Vanwege de heerlijke zure smaak kan je veldzuring beschouwen als 'de citroen van het noorden'. Als je bijvoorbeeld salade maakt, hoef je geen azijn of citroensap aan de dressing toe te voegen. Het werd ook wel gebruikt in taart/vruchtenmoes en dergelijke vanwege de zure smaak.
Recepten:
Blad: is het lekkerst voor de bloei, maar ook tijdens de bloei nog goed te eten, iets bitterder. Je kan er een salade van maken, eventueel gemengd met iets neutraler smakend bladgroen zoals vogelmuur (of sla/spinazie). Verder zijn er veel recepten voor veldzuringsaus, met boter, wijn en/of eieren. Ik maakte een lekker zurig soepje van veldzuring met een uitje, een aardappel en een restje raapsteel. Handje gedroogde bloemen erover en smullen maar.
Bloemen/vruchten: de rode bloemen en (onrijpe) vruchten kan je over je salade of ander eten strooien
Zaden: je kunt de zaden drogen en in de winter laten ontkiemen (als kiemgroente). Dan heb je wat vers groen in de winter.
Veel plukplezier en smakelijk eten!
Aukje
Bron:
Puur natuur op tafel, Roger Phillips
Zelfs nu, midden in de winter, staan ze gewoon te bloeien en te stralen in het grasveld. Zo'n bekend bloempje, ik denk dat bijna iedereen dit wel eens geplukt heeft. Voor een bloemenkrans of ketting, en natuurlijk om te eten. Want ja, je kan de bloempjes eten, en ook de bladeren, knoppen en zaden.
Zou je madeliefjes ook zonder bloem herkennen? Een goede gewoonte als je meer planten wilt leren kennen, is om nooit alleen naar de bloemen te kijken, maar ook de rest van de plant aandacht te geven. Dus als je de volgende keer in een grasveld bent: zoek eerst de bloeiende madeliefjes. Bekijk dan goed hoe de bladeren eruit zien. En kijk dan om je heen of je ook niet-bloeiende madeliefjes kunt vinden. En leer dit gelijk aan (je) kinderen :-).
Madeliefjes zijn het hele jaar te vinden, behalve in hele strenge winters. Ze groeien graag in het gras, de bladeren als een rozet veilig verstopt tussen het gras, de bloemen op steeltjes boven het gras uit.
De blaadjes zijn rauw lekker, in salade. Je kunt ze ook gebruiken in soep, groentegerechten of thee. Het voordeel is dat de bladeren relatief stevig blijven bij koken, terwijl grotere bladeren zoals brandnetel enorm slinken als je ze verhit. Ik maakte er een lauwwarme salade van met koolrabi. Daarvoor sneed ik koolrabi fijn en bakte dat met een fijngesneden knoflookteen. Dan een beetje plantaardige room erbij, peper, zout en wat dille. Dan mengen met (goed gewassen!) madeliefjesblad, heel even meebakken en dan is het klaar, zowel warm als koud lekker.
De bloemknoppen kan je ook in de salade doen, of als ze wat ouder zijn ze inmaken als kappertjes. Daarvoor verwarm je wat azijn, voeg eventueel peperkorrels, mosterdzaad, knoflook en/of ui toe. Giet dat over de madeliefjesknoppen in een schoon glazen potje. Laat minstens 2 weken trekken.
De bloemen zelf zijn goed eetbaar, en blijven ook mooi in warme gerechten zoals soep. Strooi ze er dan op het laatst overheen. Ik versierde er ook chcocolaatjes mee: chocolade smelten, beetje plantaardige room erdoor roeren, rondjes of andere vormpjes maken en dan een bloempje erop.
En stel, je hebt veel geduld: de zaadjes kan je ook eten, vers of gedroogd, of ze laten kiemen.
Nu, in februari, kan je prima genoeg bloemen en blaadjes vinden voor een lekker maaltje, want daar heb je niet heel veel voor nodig. Voor het verzamelen van knoppen en zaden zou ik wachten tot het wat warmer en zonniger is, en velden er echt vol mee staan.
Er zitten behoorlijk veel voedingsstoffen in dit kleine plantje: bitterstoffen, saponinen, slijmstoffen, looistoffen, kalium, calcium, magnesium, ijzer, vitamine A en C. Dat betekent dat het echt een aanvulling van je maaltijd kan zijn, zeker in deze tijd waarin weinig vers groen beschikbaar is. Tegelijkertijd is het zoals bijna alle wilde planten zo geconcentreerd met voedingsstoffen, dat elke dag grote hoeveelheden hiervan eten te heftig is. Gebruik met mate dus.
Madeliefje wordt ook gebruikt als medicinale plant. Uitwendig (als kompres of olie) bij blauwe plekken of uitslag van kinderziekten als waterpokken, inwendig (als thee of tinctuur) bij bronchitis en keelontsteking, omdat het het ophoesten van slijm kan bevorderen.
Hopelijk heb je zin gekregen om ook op zoek te gaan naar een veld vol Madeliefjes. Kijk even goed of het veld niet bespoten wordt, of een hondenuitlaatplek is. Ik vind kleine voetbalveldjes in de wijk vaak heel geschikt.
Veel plukplezier en eet smakelijk,
Aukje
Bronnen: Wildplukcompendium, M de Kort
Plant als medicijn, L. Bontje
Eetbare wilde planten, S.G. Fleischhauer
Bloemen met smaak, A. Koster